De experimentele poëzie uit Noord- en Zuid-Nederland. Een inleiding
Hugo CLAUS, Paul SNOEK, LUCEBERT, Remco CAMPERT, Bert SCHIERBEEK e.a. Verzorgd door E. BERNAUW
Year: 1969
Place: Leuven
Publisher: Boekengilde De Clauwaert
Edition: 1st
Language: NL
Pages: 94+8
Condition: VG
Cover condition: G
Binding: SC
Illustrated: Enkele z/w illustraties
Ft: 20x13 cm. 135 gr.
- Inhoud:
Inleiding:
I. Traditioneel en experimenteel
1. Geen aprioristisch waardeoordeel
2. Het onderscheid
3. Een inleiding is noodzakelijk
4. Waarom experimentele polzie
II. Het eigen karakter van de experimentele poezie
1. Experimentele poëzie is niet te verklaren
2. De exp. poëzie is openheid voor het mysterie van de waarheid
A. De dichter-spiritualist
B. De dichter-toverfee
C. De dichter-dromer
D. De dichter en de waarheid
3. De exp. poëzie is creativiteit-met-lichaam-en-ziel
4. De exp. poëzie is vernieuwde vorm
A. Beklemtoning van de voorstelling in het gedicht
B. Het woord primeert
C. Woordeconomie
D. Primauteit van het beeld
E. De ritmische ademhaling van de dichter
5. Nog drie opmerkingen
A. Pure klank
B. De autonomie van het gedicht
C. De exp. dichter is gehandicapt
III. De situering van de exp. poezie
1. Een deel van een geheel
2. Een andere kijk
3. De artistieke zelfbezinning
4. Karakteristieken van het modernisme
A. Paul Valéry: a) de vorm b) het woord c) een plezier d) de dichter
B. Gottfried Benn: a) De moderne poëzie is duister b) De moderne poëzie is < droom c) De moderne poëzie is geloof aan de geest d) Drie belangrijke opmerkingen e) Moderne poëzie is vormkunst
IV. Noord en Zuid
1. Op het vlak van het Westers modernisme
2. De term « experimenteel »
3. Het verloop
4. Een radicale breuk?
Teksten:
Uit Inleiding tot Atonaal (S. Vinkenoog)
Uit Inleiding tot Vijf 5-tigers (G. Kouwenaar) Uit Ter inleiding: Nieuwe griffels, schone leien (P. Rodenko)
Uit Phenomenologie van de moderne poëzie (J. Walravens) Jan Hanlo Jossie lief Jossle
Koos Schuur : Om wat ik van de liefde weet
Bert Schierbeek : Uit de andere namen Jan G. Elburg: heks heks
R.C. van de Kerckhove: opstandigheid verrukkelijke arend
Paul Rodenko: jij-mel Ben Cami: Thuiskomst
Marcel Wauters: De meisjes in de mist Albert Bontridder : uit kinderhanden
Gerrit Kouwenaar : ik heb nooit
Adriaan de Roover: Dichten
Sybren Polet: genesis vandaag
Lucebert: Ik tracht op poëtische wijze
Hans Lodeizen: Mazurka
Gust Gils: heel vroeg smorgens dan is het sosiale vooruitgang
Jos Vandeloo : Met een boom in mijn hand
Jaak Brouwers: Introspektief
Hans Andreus: Liefste en dood
Simon Vinkenoog: Brief encounter
Rudy Kousbroek: men leest mijn huid
Hugo Claus: bitter smaakt
De zanger Spreken 2
Remco Campert: poëzie is een daad
Hugues C. Pernath: Wij zijn geworden
Paul Snoek: Waarom ik zilver smelt, een zwemmer is een ruiter
Chris Yperman: het is lang geleden
A. Rimbaud: Adieu
G. Benn: Schöne Jugend
G. Apollinaire: Zone
G. Ungaretti: Non gridate più
J.R. Jimenez: Te deshojé
E.E. Cummings: oDE
W.C. Williams: A sort of song
P. Celan: Ich hörte sagen
G. Eich: Die Herkunft der Wahrheit
K. Krolow: Der Goldfisch auf der Lauer
R. Char: Le martinet
In bijlage:
Vragen en opgaven
Woordverklaring.