Sorry - this product is no longer available

Brabantsch sagenboek. 3 delen compleet

Is. TEIRLINCK & A. DE COCK
€195.00
Ship to
*
*
Shipping Method
Name
Estimated Delivery
Price
No shipping options

Year: 1909-1911-1912
Place: Gent
Publisher: A. Siffer
Edition: 1st
Language: dutch
Pages: XXXII+307-356-303
Condition: VG
Cover condition: G
Binding: HC & SC, delen 1 & 3 gebonden in half-linnen band, deel 2 softcover

DEEL I:
INHOUDSTAFEL:
EERSTE GROEP
MYTHOLOGISCHE SAGEN
1. SAGEN UIT DE TOOVERWERELD
A. TOOVERESSEN EN TOOVERAARS
a.) - HEKSENVERGADERING
1. Naar Spanje in den Wijnkelder
2. Muziekmakende Heksen
3. Muziek in den populier
4. Zijn lief - eene heks
5. Pikke Blink van Aarschot en de Heksen
6. Wonderlijk avontuur van Eenvoudige Jan
7. Heksendans op liet betooverd kasteel
8. In de «Vondelen» te Denderhoutem
9. Het Banket van 't kasteelplein te Vilvoorde
10. De Heksen en het Zout
11. De Heksendans bij Lembeke
12. Dansende Tooveressen
13. De Heksenschuur van Zuurbeemden
14. Tooveressen - witte katten
15. Jefken de Speelman
16. De verdwenen Schoen
b.) - HEKSEN DIE KWAAD DOEN.
17. Een zwarte Raaf als tooveres
18. Heks in eene brouwerij
19. Herbergierster - tooveres
20. De slapende Kat
21. Moeier Noulde
22. De Tooveres in de gedaante eener pad
23. Betooverde peren
24. Door Ratten en Muizen overrompeld
25. Heks onder den drempel wonend
26. De Tooverlantaarn
27. Jonge Tooveres
28. De Tooveres van Ukkel
29. Kinderen betooverd
30. Zieke Bult - betooverd
31. De Tooveres van de Gentsche Kassei
32. Tooveres van Leuven aangehouden : Jongeling betooverd
33. Tooveres die heunink zaait
34. Tooveressen betooveren stal en vee
35. Tooveres steelt de melk
36. Hoe stelen zij de melk?
37. Betooverde stal
38. Wijveke mag niet achter gaan
39. De Maan in een rooden ring
40. Betooverde boter
41. Veearts in eene vlieg veranderd
42. In een pot siroop omgekomen
43. Spinnewielen dansen
44. Tooveressenpeerd
c.) - TOOVERDRAAD
45. De Tooverdraad
46. Het Veen bij Zout-Leeuw
d.) - TOOVEREN MET EEN DIEVENVINGER
47. Dievenvinger doet liefde ontstaan
48. Poepeken
e.) - ONKWETSBAAR MAKEN OF HARD ZETTEN
49. De Turken of de Vrijkogels
f.) - ONZICHTBAAR MAKEN
50. Beentje dat onzichtbaar maakt
51. Tooveressezaad
52. De onzichtbare Professor
g.) - HEKSERIJ, VERWIJDERD OF GESTRAFT
53. Eene Rupsenbelezeres te Kersbeek
54. Hupsenbelezers
55. Heks gepijnigd
56. Paaschnagel bevrijdt
h.) - DANKBARE HEKSEN
57. De dankbare Tooveres
i.)HEKSENMEESTERS EN WONDERDOKTOOR
58. Sagen van den Heeten Heuzel (Huzzel)
59. Tooveraar-Kunstenmaker
60. Driesken De Nijper
k.) - TOOVERBOEKEN
61. Het Tooverboek van Cornelius Agrippa
B. WAARZEGGERIJ
62. Waarzeggers
C. MATTHUSALEMSAGEN
63. Het Kluizevogelken van Affligem
64. De Wandelende Jood
65. Jan Van der Tijden
D. HELM
66. Helm of Helmet - Toovermiddel
II. SAGEN UIT DE GEESTENWERELD
A. LUCHTGEESTEN
a.) - KLUDDE
67. Kludde
68. Kludde achtervolgt een minnaar
69. Kludde breekt in twee stukken
70. Kludde-Waterduivel
71. Klurre mee zijn keting
72. Kludde-Kinderschrik
73. Kludde onschadelijk gemaakt
74· Lodder draagt een pikker
75. Lodder- een uurwerk
76. Lodder draagt de vrijers
77. Lodder doet zich dragen
78. Lodder straft een vloeker
79. Een nieuwsblad in een zwarte Kat veranderd
80. Loeke
b.) - WEERWOLF
81. De Weerwolf
82. Een Weerwolf verlost
83. De Weerwolf, liefhebber van tabak
c.) - MAAR
84. De Maar gekwetst
85. Maar kan niet in het bed
86. Maar in het korenveld
87. Maar berijdt paarden
d.) - DE WILDE JAGER
88. Het geschenk van den Wilden Jager
e.) - WINDBRUID
89. Trunk verplaatst
90. De Windbruid
f.) - BLOEDZUIPER, BLOEDKALISJ
91. De Bloedzuiper
92. De Bloedkalisj
93. Teenen afgesneden 
94. Korenwagen
g.) - NACHTKOETSEN
95. De Roode koets van Horst
96 . De Roode koets van Rummen
97. Nachtkoets met twee witte paarden
h.) - FRAMASSONS
98. Framassons in de lucht
99. De disch der Framassons
i.) - SPOKEN
100. De beloofde Kaarsen
101. De Voerman en zijn vader
102. De rollende Ton
103. Het spokend Licht
104. Een Geest, die zijne dankbaarheid komt betoonen
105. Door Gebeden geholpen
106. De H. Geeststraat, te Brussel
107. De Doode te gast genood
108. Doode Moeder zoogt haar kind
109 Doode Vrouw geeft hare kinderen eten
110. Doode Vrouw bewaart het huis
111. Het Ongedoopte kind
112. De Doode van Scherpenheuvel
113. Dankbare Dooden
114. Paarlen van grafkronen
115. Dartel Meisje wreekt zich
116. Rat in den Doodskop
117. De Geest van Karloken
118. Het Brusselsche Melkmeisje
119. Van het betooverd Kasteel
120. Het blauwe Spook
121. De Zwarte Madame van Dilbeek
122. Het Spook van Meulebeek
123. De Witte Juffrouwen van Merchtem
124. De Witte Man van Ten-Noei
125. Een Koplooze Dame te paard
126. Het wit Kalf te Ro
127. Witte Hazen en Konijnen
128. Het wit Konijn van Relegem
129. Het wit Konijn van Meulebeek
130. De sprekende Kat
131. De zwarte Hond
132. De Molenaarsknecht en het Spook
133. Het zwarte Monster
134. Spijzen in Slangen veranderd
135. Slang zuigt wondergift
136. Het verwenschte Kalf
137. Spoken-vuurbollen
138. Een Priester uit Brussel tot de hel verwezen
139. Kloppende Geest
140. De Ridder van St. Pieters-Leeuw
141. De omwandelende Abt
142. Spoken te Vorst
k.) - ZIEKTEN, KWAADDOENDE GEESTEN OF WEZENS.
143. De Koorts, een kwaaddoend wezen
144. Het Venijn, een kwaaddoend wezen
B. WATERGEESTEN
145. Waterduvel, Nekker
146. Nekker zuigt het bloed
147. Nekker vangt een man
C. VUURGEESTEN
a.) DWAALLICHT
148. Namen van het Dwaallicht
149. Dwaallichten als ongedoopte Kinderzielen
150. Het bloedend Hart
151. Het Stallicht van den bosch
152. Stallicht op 't kerkhof
153. Stallicht te St.-Anna-Pede
154. Men mag met den vinger niet wijzen naar de Stalkaars
155. Stallicht geeft eene kaaksmeet
156. Door een Vuurbol achtervolgd
b.) DE BRANDENDE SCHAPER; VUURMANNEN
157. De Brandende Schaper in de Kempen
158. De Vuurman bij Tienen
c.) - VUURGEEST IN BOOM
159. De Vuurgeest in den eikeboom
d.) - LICHTSPOOK
160. Een Spook in ons huis
e.) - VURIGE ZEUG
161. De Non op de vurige Zeug
f.) - DONDERSTEEN
162. Dondersteen is Bliksem
g.) - ROODE HAAN
163. De Roode Haan zit op 't dak
D. AARDGEESTEN
a.) - DWERGEN
164. Dwergnamen
165. De Alvermannekens in het Hageland
166. De Avinnenberg ter Ter Alfene
167. De Martenberg te Tremeloo
168. De Alverberg tusschen Bekkevoort en Waanrode
169. De Graaf van den Dorenberg
170. De Alverberg van Lubbeek
171. De Molenaar en de Dwerg
172. Dwergen te Leuven
173. De Klabotermannekens van Saventhem
174. Alven
175. Het oud Wijveke bij de Speltkapel
176. De dienstvaardige Kaboutermannekens
177. De Laplanders van Langdorp
178. De Kaboutermannekens en de verliefde Jongeling.
179. Dwergen als bouwmeesters of metselaars
180. De Geertruidetoren te Leuven
181. De Kaboutermannekens van Linden
182. De Alvermannekens bouwen eene schuur
183. Kaboutermannekens snijden de aren af
184. De Knippers van Wolfsdonk
185. Van d'Alf geleid
b.) - REUZEN
186. De Reuzen van de Steenpoort te Brussel
187. De Reuzenbergstraat te Brussel
188. De Reuzen van den Ommegang
189. De Hunsberg van Merchtem
190. Jetten
III. WONDEHSAGEN VAN DIEREN, PLANTEN, BRONNEN
191. Het Addernest te Wolfsdonk
192. De Draak van St. Jorisgilde
193. Van Angsken
194. Eene Kinderbron
IV. OUDE-GODENSAGEN
A. GERMAANSCHE GODEN
195. De drie Zusters
196. Vermeende Germaansche Goden
197. Zonnegod
B. ROMEINSCHE GODEN
198. Fossielen van Godensagen
TWEEDE GROEP
DUIVELSAGEN
I. NAMEN VAN DEN DUIVEL.
199. Duivelnamen
II. DUIVEL SCHRIJFT ZONDEN OP
200. De nieuwsgierige Misdiener
III DUIVEL MAAKT EEN WEG
201. De Duivelsweg te Ternath
IV. DUIVEL PLOEGT
202. Oorsprong van den Dender
V. DUIVEL DANST
203. De knecht van Gozewijn van Op-Velp
VI. DUIVEL SPEELT MET DE KAART
204. Duivel en vloeker
205. Duivels spelen met de kaart te Ukkel
VII DUIVEL ALS DIER
206. De daad van Agrippa
207. De drie Heeren met den grooten zwarten hond
208. De Fluitspeler van Merchtem
209. Woekeraar gestraft
210. De gestrafte Steekspelers
211. De Duivel, in de gedaante van een stier, verscheurt danseres
212. Duivel als muis
213. De Duivel als spin boven het altaar
VIII. DUIVEL EN PLANT
214 De Duivelseik
IX. BEZETENEN
215. Jan van Ruysbroeck van den Duivel verlost
216. Het H. Sakrament jaagt den Duivel uit
217. Eene bezeten Non
218. Een rijke, eerbare Vrouw van den Duivel bezeten
219. Carolus Scholl bezeten
220. In des Duivels macht
221. De valsche Beschuldiger van Maria de Ellendige bezeten
222. Gaspar Timmerman bezeten
X. KLOKKENSAGEN EN DUIVELSPUTTEN
223. De ongedoopte Klok
224. De Klokkeputsbron van Wemmel
225. De Klok van Maksenzele
226. De Klokput van Liedekerke
227. De Duivelsput te Hoeleden
228. De ridder van Boekhout en de heer van Liedekerke
XI. DUIVEL BOUWMEESTER.
229. Jan van Ruysbroeck en het stadhuis van Brussel
230. Duiveltoren
231. De Duivel werpt de kerk van Hakendover om
XII. DUIVEL BEDROGEN
232. De Duivelschuur te Galmaarde
233. De Duivelschuur van Hamelgem
234. De Duivelschuur te Vilvoorde
235. De Blauw' schuur te Kessel-Loo
236. De Blauwe schuur van Bierbeek
237. Het Duivelshuis te Jauchelette
238. De zwarte Poel te Everberg
239. De Duivel en de Jager
240. Het niet uitgebrande Kaarsken
241. De Duivel moet de kaars houden
242. Duivel door eene Meid bedrogen
XIII. VARIA.
243. De Duivel zonder kop
244. Een huis door den Duivel in een vijver geworpen
245. Het Duivelbosch
246. In den Spijtigen Duvel te Ukkel
247. Verholen Sagen
248. Door een Boschduivel heengevoerd
249. De Helle
Voorzien van een ingevouwd plan van het sagengebied Brabant; Stempels op het titelblad, hard ingebonden met gouddruk op de rug.

DEEL II: 
INHOUDSTAFEL
DERDE GROEP
ECHT CHRISTELIJKE LEGENDEN
I. ONS HEERELEGENDEN
a.) - O. L. HEER ALS BOUWMEESTER
250. Ons-Heer bouwt eene kerk
251. Het Dertienmaal
b.) - KRUISBEELDLEGENDEN
252. Kruisbeeld te zwaar
253. Christusbeeld laat zich omverwerpen noch breken
254. Het H. Kruis te Galmaarden
255. De bruine Christus te Leuven
256. Het Kruisbeeld en de Brabantsche Non
257. De nikkende Christus
258. Het groeiende Kruisbeeld
259. Dobbelen en blasphemeeren op Goeden Vrijdag
c) - KINDEKE JEZUS
260. De Muilezel van Christus averechts beslagen (I)
261. Jeezekeseik
262. Het Christusbeeld in de sneeuw
d.) - PROCESSIELEGENDEN
263. De Processie gaat door veld en akker
264. Boer gestraft
265. Ons-Heer doet alleen de jaarlijksche processie
266. De weg van de H. Drievuldigheid
e.) - HOSTIELEGENDEN
267. De dorre Elzeboom, die schielijk heropbloeit
268. De Jodenput te Assche
269. Het mirakuleus Kruisbeeld op den Noteboom
270. De wonderbare Hostiën te Brussel
271. De drietakkige Wonderboom
272. Menschelijk Recht door God gesteund
273. Hostie in vleesch veranderd
f.) - WANDERNSAGEN OF LEGENDEN VAN DEN WANDELENDEN CHRISTUS
274. Ons-Heer en de Bedelaar
275. St. Pieter krijgt van den bezemstok
276. De Korenregen
277. De drie Wenschen
278. Oorsprong van de Dijle
279. Hoe de Dender ontstaan is
280. De Oorsprong van Borcht-Lombeek
281. De Schepping van den Waal
281bis. Waarom de Vloo geschapen werd
282. Het manneken in de Maan
g.) - H. -GEESTLEGENDE
283. De heilige Non in de abdij van Vorst
II. MARIALEGENDEN (I)
284. De wonderbare Geschiedenis van de kerk van Alsemberg
285. De mirakuleuze opbouw van het koor der kerk
286. Vizioen van Aegidius
287. Het Beeld - ongedeerd!
288. Ongedoopt kind weder levend
289. Van Jan van Moffaert
290. O. L. Vrouw van Scheutveld straft degenen, die oneerbiedig tot haar naderen
291. O. L. Vrouw van Scbeutveld veropenbaart zich aan eene dame
292. Hoe O. L . Vrouw van Neer-Waver haren naam kreeg
293. Maria doet de Spanjaards zegevieren
294. O. L Vrouw van Bijstand (Bierbeek) daalt uit den hemel
295. Walewein van Leefdaal
296. Maria schenkt het Eerekruis
297. De Legende van Beatrix Soetkens (Brussel)
298. Het Mariabeeld komt aangedreven
299. Lichtuitstralend Mariabeeld
300. Hoe O. L. Vrouw ten Vogelenzang haren naam kreeg
301. O. L. Vrouw van Goed-Succes te Aberdeen
302. O. L. Vrouw van Goed -Succes straft den Spaanschen Bevelhebber
303. Hoe een Zondaar zijne handteekening van den Duivelterugbekwam
304. Een bedolven Mariabeeld werpt lichtstralen uit
305. O. L. Vrouw van Carmelus en Zuster Theodora
306. O. L. Vrouw van Carmelus en Moeder Beatrix
307. De Kruisvaarder door Maria gered
308. O. L. Vrouw van Loretten uit St. Guido's wondereik gesneden
309. O. L . Vrouw van Berlaimont uit den eik van Scherpenheuvel
310. Mirakuleuze Oorsprong van O. L. Vrouw van Sterreborne
311. Elsene door kwade koortsen geteisterd
312. Nog een beeld uit Scherpenheuvel’s heiligen eik (Groot Bijgaarden)
313. O. L. Vrouw van Halle beschermt de stad en straft hare persoonlijke beleedigers
314. Een Valkenier van de galg verlost
315. De spotzieke Deurwaarder gestraft
316. De Kogels van O. L. Vrouw van Halle
317. O. L. Vrouw van Halle doet den kruisweg
318. Het Kindje Jezus zit op Maria's rechterarm (Hekelgem)
319. O. L. Vrouw van Affligem en de H. Bernardus
320. De zwijgende Monnik bezweert het vuur
321. Bij de Planting van O. L. Vrouw van Welrieken
322. Het Mariabeeld onbrandbaar
323. De dertien Pestlijders van Laken
324. De mirakuleuze Oorsprong van O. L. Vrouwkerk te Laken
325. De mirakuleuze zijden draad uit de kerk van Laken
326. Door de Engelen zelf gebracht (Leuven)
327. O. L. Vrouw (van Belegering) beschermt Leuven
328. Het Beeld staat vast als eene rots
329. De Brusselsche Ruiterij tegengehouden
330. Maria verschijnt, gezeten op een witten muilezel
331. Het oude Klooster ter Muilen te Liedekerke
332. O. L. Vrouw der Kapel duidt de bouwplaats te Lubbeek aan
333. Maria-ter-Nood wil te Merchtem vereerd worden
334. Wonderen door O. L. Vrouw ten Ransberg uitgewerkt
335. De mirakuleuze Steengroef van O. L. Vrouw-Lombeek
336. Maria toont met een draad de grootte der kerk aan
337. De groote Klok luidt van zelf
338. Schuur tegen brand gevrijwaard
339. Oorsprong van het Wonderbeeld van Jeezekens-eik 
340. Paarden blijven als aan den grond genageld
341. Moordenaars verjaagd
342. Van een nonne die Beatriis hiete
343. Maria doet te Schaffen eene bron ontstaan
344. De Schaapherder van Scherpenheuvel
345. De bloedende lippen van het Mariabeeld
346. Een kettersch Ruiter met blindheid geslagen
347. O. L. Vrouw vliegt heen
348. Een vastzittend schip door Maria verlost (Sempst)
349. O. L. Vrouw van Averbode redt den graaf van Loon
350. Zij schenkt het Leven terug aan Otto van Malberg
351. Het O. L. Vrouwbeeld is onkwets- en onvernielbaar (Tienen)
352. Het lijk in den moerassigen Poel
353. Een hemelsch vuur daalt over de Kapel
354. Het Beeld uit steen gegroeid
355. O. L. Vrouw ter Engelen (Ukkel) doet een zeestorm tot bedaren komen
356. De Wijnkoopman van Brussel
357. De Boom, die zich niet laat vervoeren
358. De wonderbare, witte Vrouw (Vilvoorde)
359. O. L. Vrouw van Troost, naar Mechelen verplaatst
360. Het Mariabeeld laat zich noch verplaatsen, noch verbranden
361. Soldaat gestraft (door O. L. Vrouw van Werchter)
362. O. L. Vrouw en de heilige Put, te Werchter
363. Het sprekend Mariabeeld
364. Des nachts door hemelsche lichten beschenen (Wolvertem)
365. Wonderbare Oorsprong van O. L. Vrouw van den Ossenweg (Zout Leeuw)
366. Van een dorpman in Brabant
367. Door Maria's voorspaaak keert een doode jongeling tot het leven terug
368. Eene Weduwe van het «lanckovel» genezen
369. Een onschuldig veroordeelde door O. L. Vrouw verlost
III. HEILIGENLEGENDEN
HEILIGEN EN GELUKZALIGEN IN BRABANT GEBOREN (I)
370. De doode Hand of het beste Kateil (Adalbero)
371. Erchardus' vizioen
372. De drie Lindeboomen (H. Adilia)
373. St. Jan-Baptista houdt haar gezelschap
374. Van de twee Ossen
375. De bijna ledige Ton komt vol met Wijn
376. Zij sterft en wordt weder levend
376bis. De ongeschonden borst
377. De Kaars (van St. Aleidis van Schaarbeek) ontvlamt van zelf
378. Zij wordt melaatsch
379. De Heer verschijnt vóór haar
380. De Heer spreekt met haar
381. Zij ziet den hemel open
382. Aleidis verlost een edelman uit het vagevuur
383. God voorzegt haren dood
384. Zij ziet Christus aan het kruis
385. Zij wordt zieker en sterft
386. Alena's bekeering
387. Zij gaat over het water van de Zenne
388. Alena wordt een arm uit het lijf getrokken
389. De arm wordt door een engel op den outaar van Vorst gelegd
390. Omundus krijgt het gezicht weder en de ouders van Alena worden christen
391. De Hazelaar van de H. Alena
392. Een jongeling plukt noten van den Hazelaar
393. Een verdronken Kind wordt levend
394. Alexander ziet Alena
395. De zieke Priester wordt gezond
396. D e dienaar Petrus
397. De baar van de H. Alena kraakt en breekt open
398. Gewijde Alenabron te Dilbeke
399. Een Engel verschijnt haar
400. De zalige Arnik door een hemelschen glans omstraald 
401. Maria zelve verschijnt aan Arnoldus (van Leuven)
402. Arnulphus Cornibout) - een tweede Jozef
403. De Varkens zijn hem onderdanig
404. Maria laat hem haren Zoon kussen
405. Zijn wonderlijk lachen
406. Hij geeselt een Duivel
407. De Duivels bekoren hem
408. Hij verschijnt aan eene Vrouw
409. Ageltrudis leidt Bavo tot bekeering
410. De Moeder (van Bonifacills van Ter-Kameren) ontmoet een grijs man
411. Hij verblijft in het klooster van Ter-Kameren 
412. Twee Engelen dienen hem
413. Hij geneest een Kardinaal
414. Hij voorzegt de zegepraal van Koning Guilielmus
415. Een Engel verkondigt hem de nederlaag van den Graaf Vlaanderen
416. Twee Maagden verkondigen hem dat zijne zonden hem vergeven zijn
417. Hij bidt niet meer voor Aristoteles
418. Maria verschijnt hem driemaal
419. Zijn Haar geneest eene dochter
420. De H. Maagd vertoont zich aan Catharina van Leuven
421. Joodsche stank
422. De Jood met stinkenden adem
423. Het geval van Ermelindis te Bevekom
424. De Engelen doen hare uitvaart
425. Haar graf wordt op een wonderbare wijze gevonden
426. Haar lichaam ligt ongeschonden
427. St. ErmeIinde's borne
428. De St. Ermeliene-doorn 
429. Sinte-Geertenminne
430. De Graszode van St. Gertrudis
431. St. Geertruibronnen
432. St. Geertrui verdrijft ratten en muizen
433. In de abdij van Ter-Kamerenbosch
434. Een Engel verschijnt aan Gudula's moeder
435. Gudula's uitgedoofde kaars wordt wonderbaar aangestoken
436. Gudula geneest een ellendig kind
437. Zij geneest een melaatsche vrouw
437bis. Kralen van een halssnoer worden kersen
438. Een Boom bloeit des winters
439. Hare Baar is buitengewoon zwaar
440. De Populier gaat naar Moorsel
441. De vervolgde Beer wordt als een lam
442. Een Kerkdief wordt gestraft
443. Een heidensche Prinses Wordt genezen
444. Koning Carolus wil het lichaam van Gudula zien
445. St Gudula en Mannekepis
446. Sinter-Wijen (Guido) als paardeknecht
447. De Eik van Sinter-Wijen
448. Guido wordt koopman
449. Zijn Dood te Anderlecht
450. Zijn Graf - niet geëerd
451. Twee Rustieren - gestraft
452. Een Werkman gestraft
453. De Sinter-Wijensborre
454. Broeder Herman (Coolsmet) doet de kikvorsen en zwijgen
455. De Duivel kwelt Ida van Leeuw een jaar en half
456. Hare Vizioenen
457. Zij wordt opgeheven
458. Zij kent haren sterfdag
459. Ida van Leuven ziet een vurige ster
460. De teekens der vijf wonden van Christus worden haar overgezet
461. De Wijn van haar vader wordt azijn
462. De booze Geest bekoort haar
463. De Heer bezoekt haar
464. Men acht haar zinneloos en zij wordt gegeeseld
465. Een hemelsch licht daalt op haar
466. Bier wordt wijn
467. Visschen en vogelen temt zij
468. Zij verwekt hare zuster van den dood
469. Het Kindeke Jezus wordt op haren schoot gelegd
470. St. Jan de Evangelist geleidt haar
471. Dood van Ida van Leuven
472. De stralende Linde (van Jan van Ruusbroec)
473. Hij is maar één uur in 't Vagevuur
474. Wonderlijke Verschijnselen vergezellen zijn dood
475. Wonderwater
476. Zijn doode Moeder komt bij hem
477. Zijn lijk bederft niet
478. Eene Lichtstraal wijst Lodewijk van Velthem's lijk aan
479. Het lijk van Fiere Margriet drijft stroomopwaarts naar Leuven
480. Maria de Ellendige wordt verzocht tot oneer en van diefstal beschuldigd
481. Dertien blinkende Maagden dragen elk eene kaars
482. De Heer van Meldert wordt genezen
483. Banden springen los
484. Reiziger gered
485. De wonderbare Steen (van Odulphus)
486. Zijn Stok en zijn wassen Tafelboeksken 
487. St. Odolfsnap; de Odulpbusborn
488. De kaarsen blijven in den geweldigen wind branden (bij de overvoering van 't lijk van Pepinus van Landen)
489. Pharaïldis trouwt met Guido, die haar mishandelt
490. De opgepeuzelde Trapgans wordt weer levend
491. St. Veerle te Steenokkerzeel
492. De steenen Brooden
493. 's Hertogeneiland
494. De deuren van het klooster van Lobbes gaan open (voor Reinildis)
495. De Kerk wil niet branden
496. De drie Lichamen blijven ongeschonden
497. Wonderfontein van Laubecq
498. Het mirakuleuze Bunder (van Wonedulphus)
499. De ledige Kas ligt vol geld
HEILIGEN NIET IN BRABANT GEBOREN, DOCH GELEEFD HEBBENDEN
500. Alardus in Bertem
501. St. Amandsbronnen
502. St. Amandus te Vorst
503. Amelbergaverjaagt de duivelen
504. De groote Visch
505. De Moeder van Benignus wordt gezond
506. Hoe St. Andries Norbertijn werd
507. Gonduinus vermoordt Ansegisel
508. De herberg «Den Beer» te Brussel
509. Gislenus en de Berin
510. St. Greef in Brabant
511. St. Hubertus en de Hert
512. Hij sterft te Tervuren
513. Een Struikroover door Hubertus op de vlucht gedreven
514. Jan IV gered
515. St. Hubertus' hoorn
516. Water wordt wijn (voor St Hymelinus)
517. De Klokken luiden van zelf
518. Een Wondergraf 
519. St. Lendrikskapel te Neder-Overheembeek
520. Het reddende Hanegekraai
521. Het Koorn wies goed, waar hij gegaan was
522. St. Lendriksbron
523. Radulphus de Zwijger
524. Veronus komt te Lembeke
525. De Veronusput
526. De Boomen aan het vaderlijk huis vallen neder
527. De twee Ossen van Verona
528. St. Verona's borre
529. Verona vindt het graf van Veronus
530. Dood van Verona
531. Veronus' graf wordt opnieuw ontdekt
532. De Kaars van een jong meisje schiet van zelf in brand
533. Humbertus vindt in het graf den naam van Veronus en den dag van zijn dood
534. De Zatte Processie te Lembeke
535. Water (door de H. Wivina) in wijn veranderd
536. Hare Kaars komt van zelf in brand
537. Wivina ziet alles
538. Een witte Wolk komt uit den mond van het lijk
539. Zoete geur 
540. Teda ziet het hemelsch Bed van Wivina
541. Nastradus wordt genezen
542. Wivina ontsteekt de kaars van Engelbertus 
ANDERE HEILIGEN UIT HET BRABANTSCH LEGENDEN BOEK
543. Wreede Marteling van Adriaan
544. St. Agatha beschermt het Begijnhof
545. Ambrosius' kerk te Dilbeke
546. De St. Annabron te Laken
547. De St. Annakapel tusschen Brussegem en Wolvertem
548. De Processie van Merchtem
549. Waarom St. Antonius te Merchtem wordt vereerd en St. Paulus te Opwijk
550. Van St. Antonius en den Soldaat
551. Henricus van Redingen uit een moeras gered
552. Water tot wijn geworden (op Brigittadag)
553. De Marteldood van St. Clemens
554. De Davidsnacht
555. Een Wonder op het Tooneel
556. De straat van den «Krommen Arm» te Brussel
557. St. Jans-Evangelie beschermt tegen bliksem
558. St. Jan de Grijzer
559. De Strijdbeemd (van St. Joris)
560. De Magdalena in het park te Brussel
561. St. Marten zwemt boven
562. Pauwelbroodjes
563. 't Moest Kavallerie zijn
564. St. Pietersstoel te Jezuseik
565. De gouden Schoentjes der H. Philomena
566. De Lessenaar van St. Thomas

DEEL III: 
INHOUDSTAFEL
VIERDE GROEP
HISTORISCHE SAGEN
I. PERSOONSSAGEN
Sagen, verbonden met personen, die bestaan hebben
A. HERTOGEN VAN BRABANT
DE BREBOENSAGE
567. De Voorvaderen van Karel van Nijmegen, Oorsprong der hertogen van Brabant
568. Karel van Nijmegen
569. Van den tweeden Karel van Nijmegen
570. Breboen (Zwaanridder) (I)
571. Brabansiane en Aatsaart
572. Maarsiaants Zwaard
DE BRABONENSAGE
573. Afkomst der Brabonen
574. Van Salvius Brabon
575. Van Karel (of Octavius) Brabon
576. Van Karel Brabonon zijne Opvolgers
KARLOMAGNUS
577. De Vrouw van Karel den Groote, onschuldig veroordeeld
578. Hoe Karel de Groote zijn naam kreeg
578bis. Wonderen in het jaar van zijn dood
LAMBERT I, GRAAF VAN LEUVEN
579. Een gestrenge Vader
GODEVAART MET DEN BAARD
580. Godeverts Eed
581. De Gang naar de «Calcberrers»
582. Godevaart uit den «torre» verlost
583. Koningin Gorgoen en Braaifort
584. De Sage van Braaifort
585. «Dat weerde Besnidenesse»
586. Godevaart vindt den jongen keizer
587. Godevaart trouwt met Sophie
GODFRIED IIl, IN DE WIEG
588. De Wieg aan den boom gehangen
589. Waarom men dezen Hertog Godevaart den Kloekmoedige heet
590. Waarom de jongste Broeder in 't Land van Grimbergen erfgenaam is
HENDRIK III
59I. De Kinderen van hertog Hendrik III van Brabant
JAN I
592. De Sage van Maria van Brabant
593. Wedspel tusschen Jan I en zijn zwager, den koning van Frankrijk
594. Zonderlinge Kruisvaart van Kinderen
JAN II
595. Jan III beslaat zijn paard averechts
FILIPS DE GOEDE
596. Filips de Goede, opeens kaal geworden
KEIZER KAREL V
597. Paap Teun nagelt al de secreten van 't Hof toe
598. Paap Teun _ gebannen
599. Van de Vier Roovers
600. Karel houd de lanteern, ik moet p…
601. Keizer Karel - gelaakt (I)
602. De vereerde Schoenlappers of de Gekroonde Leerze
603. Het Negenmanneke
604. Een Negenmanneke Mostaard
605. De knielende Hert
606. De bedrogen Hoveling
607. Het hoofd vol muizennesten
608. De nobele Baas
609. De Boer en zijn Varken
610. De Ring van Keizer Karel 
611. De Keizerstraat te Brussel
612. De Boterstempel van Anderlecht
613. De Bron van den Keizer
614. De Eik van Keizer Karel
615. De Linde van Boondaal
ALBERT EN ISABELLA
616. Het Kind op het Kanon
617. Kapucijnenkluis te Tervuren
B. ANDERE BRABANDERS
BASTI]N DE GROOTE
618. De Sage van Bastijn den Groote
T'SERCLAES
619. De Kwadewegen op Vlezenbeek
620. De Kruisen op St. Martens-Lennik 
621. De Boodschap der Engelen
JAN GROUWELS (JAN SPELLEKEN)
622. Jan Spelleken en Alva
JACO
623. Jaco
C. ANDERE PERSONEN
JULIUS CESAR
624. De Geboorte van Julius Cesar
625. Het Cesarskasteel te Leuven
626. De Steenstraat of Romeinsche Baan in 't Payottenland
627. Strijt(h)em
628. Strijland onder Gooik
629. Strijdveldeken onder St Kwintens-Lennik
630. Juliaanstraatken onder Ternath
QUINTUS CICERO
631. Het Kamp van Quintus Cicero
AURELIANUS
632. Aurelianustoren
ANTOON VAN DIJCK
633. Zijn verblijf te Saventem
STEVENISTEN
634. Hun naam
BLOEMARDINE
635. Bloemardine en de twee Serafijnen
636. Haar Wonderzetel
Sagen, verbonden met ingebeelde personen
GAMBRINUS
637. Gambrinus, Koning van 't bier
638. Oorsprong van den Brusselschen Faro
MANNEKEPIS
639. Mallnekepis - een Brusselaar uit de 12de eeuw
640. Mannekepis - een Prins
641. Mannekepis - een schrandere knaap: hij redt de stad
642. Mannekepis - als kind verloren en teruggevonden
643. Mannekepis en de Joelen
644. Mannekepis en de Heks
UILENSPIEGEL IN BRABANT
645. Hoe Uilenspiegel een ezel leert lezen
646. Uilenspiegel wordt Bakker te Leuven
647. Uilenspiegel als Smid te Tienen
648 . Uilenspiegel wordt Torenwachter
II. PLAATSSAGEN
Sagen, met gebouwen verbonden
649. De aartsengel Michaël beschermt het stadhuis van Brussel
650. De stadhuistoren van Brussel staat niet in het midden
651. Het Adriaans college te Leuven
652. De Maagdentoren van Sichem
653. Het kasteel Boerenzweet te Ternath
654. De Tiara der kerk van Ukkel
Sagen, met straten en plaatsen verbonden
655. De Bruidstraat te Brussel
656. De Drij-Hoedengang te Brussel
657. Het Kerstenmannekenstraatje
658. De Krakeelstraat te Brussel
659. De Peerlamoergang te Brussel
660. De Stuiversstraat te Brussel
661. Het Vossenhol te Brussel
662. De Zes-Jongmansstraat te Brussel
663. De Zes-Penninkstraat te Brussel
664. De Wild-Houtstraat te Brussel
665. De Wolvengracht te Brussel
666. De Brusselsche «Rue de la Braie»
667. De Schaapstraat te Molenbeek
668. Straat van den Honderdjarige te Elsene
669. De Vallei van Josaphat, te Schaarbeek
669bis. De wonderbare Steen van Wambeke
Sagen, met tommen verbonden
670. De Drie Tommen van Grimde
671. De Tomme van St. Martens-Lennik (I)
672. De gouden Sarrazeen van den Borchtberg, bij Vilvoorde
Sagen, met bronnen en beken verbonden
673. De Kreupelstraat te Brussel
674. Het wondere Zennewater
675. De Minneborre te Schaarbeek
Gerechtssagen
676. Het Godsgericht
677. Een Huwelijk op het Schavot
678. Galgevelden
Sagen met gebeurtenissen verbonden
HISTORISCHE GEBEURTENISSEN
679. Pitje Wolf van Ternath
680. De Belegering van Diest
681. De Honigkorven van Bellingen
682. Antoinette Bourignon , Mazuriel en het Bombardement van Brussel
WONDERE GEBEURTENISSEN EN VERSCHIJNSELEN
683. Het Lijk van Van Witthem blijft gespaard
684. Van ere eyken. die men anebede
685. Zeemregen te Leuven
686. Vuurregen in Brabant
687. Een vervaarlijke Regenboog
688. Drie Zonnen en Drie Manen
Sagen met gebruiken verbonden
689. Onze-Lieve-Heer-straat, te Brussel
690. Meiboom te Brussel
691. Vrouwkensavond en Treurenbergstraat
692. De Kermis van Leuven
693. De «Keerskensprocessie» te Scherpenheuvel
Sagen, verbonden met uithangborden, wapeschilden en grafschiften
694. De Kruiszwaan
695. De Vier Eemers
696. De Herberg den «Verkeerden Haan»
697. Hoe 's Weerts geslacht zijn naam kreeg
698. Het Wapen van de Hertogen van Brabant
699. De Belgische Leeuw
700. Het Wapen der Brusselsche Bontwerkers
701. Het Wapen van Aarschot
702. Het Wapen van Bertem
703. De Leus der Hinckaerts van Lelle-bij-Berg
704. De Helft van Zesse
Volksetymologische sagen
705. Aarschot
706. Beersel
707. Beels
708. Bertem
709. Betekom
710. Brabant
711. Waarom Brabant ook «Austria inferior» genoemd wordt
712. Brussel
713. Kalevoet
714. Karloo
715. Keerbergen
716. Kobbegem
717. Lembeek
718. Loven
719. Naarroo (Nieuwrode)
720. Rummen
721. Saventem
722. Het Scheutveld te Anderlecht
723. Stalle
724. Ukkel
725. Zoniënbosch
Spotsagen
726. De Boeren van Aarschot
727. De Kasseistampers van Aarschot
728. De Drankzooiers van Alsemberg en Dworp
729. De Torenboeren van Assche-Terheiden
730. De Kiekenfretters van Brussel
731. De Brusselsche Apendrillers
732. De Edele Heeren
733. De Koppezagers van den Schaarbeekschen steenweg
734. De Neven van de Bokrijders
735. De Weervolven en Vuurmans van Dormaal en Halle
736. De Hondenknagers van Elsene
737. De Turken
738. De Hanemannen van Grimde
739. De Mississipiërs van Humbeek 
740. Kortelke
741. De Stroobranders van Lennik
742. De Peetermans van Leuven
743. De Koeischieters van Leuven
744. De Trainards van Leuven
745. De Wolzak der Leuvenaars
746. De Boterpotten
747. De stad Berrevoets
748. De Moeliedauwers van Linkebeek
749. De Ezels van Schaarbeek
750. De Heeren van Sichem
751. De Kwèkers van Tienen
752. Maanblusschers van Tienen
753. Hinnenpriesters
754. De Hondenfretters van Vorst
755. Fijgen en Pruimen
Plant- en diersagen
756. Het Elterken
757. De Boom van Jan Ruusbroec
758. De Wonderbare Moerbeziebooom
759. De Breedeike van Affligem
760. De laatste Hert van Zoniënbosch
EENIGE AANVULLINGEN
I.
67. Oorsprong van Kludde
199. Duivelnamen
222bis. Een Bezetene spreekt Latijn , Grieksch en Hebreewsch
231bis. De Duivelsteen
II.
398bis. De Toren van Alena
439. De H. Gudula te Chèvremont gebracht
lII.
682bis. Ge zijt ten Helleken geweest
696bis. Het Negenmanneke.